Sjostakovitsj achter zijn piano

-

50 jaar na zijn dood is Sjostakovitsj nog altijd springlevend

Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975) was een componist die voortdurend laveerde tussen creatieve vrijheid en politieke censuur onder het stalinistische regime. Zijn muziek werd sterk beïnvloed door het stalinistische regime van de Sovjet-Unie. Desondanks heeft de componist meesterwerken geschreven die ook nu, vijftig jaar na zijn dood, nog in concertzalen over de hele wereld worden uitgevoerd. Zo ook in Muziekgebouw Eindhoven. Op 22 januari brengen vier grootheden uit de klassieke muziek - pianist Evgeny Kissin, violist Gidon Kremer, cellist Gautier Capuçon en altviolist Maxim Rysanov - zijn meesterwerken tot leven in een bijzonder eerbetoon.

Zijn uitzonderlijke talent bleek al toen hij op dertienjarige leeftijd werd toegelaten tot het Conservatorium van Sint-Petersburg, na slechts vier jaar pianoles. Met zijn Eerste Symfonie, waarmee hij in 1925 afstudeerde, hield Sjostakovitsj zich nog grotendeels aan de traditionele regels van klassieke compositie. Dit veranderde drastisch in 1927, toen hij zijn Tweede Symfonie (‘Oktober’) componeerde. Voor dit stuk gooide hij die regels grotendeels overboord, met een structuur waarin een melodie soms haast niet te herkennen valt. Toch weerspiegelde het werk de tijdsgeest, waarin de ideologie van de muzikale avant-garde van de Sovjet-Unie steeds populairder werd.

Propaganda 

De situatie veranderde drastisch naarmate Stalin meer macht naar zich toetrok. Kunst, inclusief muziek, werd steeds meer een middel om de socialistische ideologie te verheerlijken. De dictator vond het belangrijk dat kunst ook voor iedere arbeider te begrijpen moest zijn en – minstens zo belangrijk – het socialistische regime in een positief daglicht moest zetten. Ook Sjostakovitsj moest zich met zijn muziek schikken naar de wensen van de totalitair leider. Dat bleek des te meer in 1936, toen zijn opera Lady MacBeth uit het district Mtsensk met de grond gelijk werd gemaakt in het propagandablad Pravda. Het artikel genaamd Chaos in plaats van muziek had geen goed woord over voor de negatieve teksten en een ‘expres dissonante verwarde stroom geluid’. Het artikel was niet alleen een vernietigende kritiek, maar een waarschuwing dat zijn leven en carrière aan een zijden draadje hingen als hij zich niet conformeerde aan de regels. En die waarschuwing gold voor alle kunstenaars.

In de pas lopen 

Sjostakovitsj stak de hand in eigen boezem en zette direct een streep door zijn Vierde Symfonie. Hij keerde terug met zijn Vijfde Symfonie, waarmee hij zijn al dan niet oprechte schuldgevoel over zijn opera nogmaals uitte met de ondertitel Het antwoord van een Sovjet-artiest op gerechtvaardigde kritiek. En dat was niet zomaar. Sjostakovitsj was zelf niet erg tevreden met de symfonie, maar had ook het gevoel dat hij niet anders kon dan keurig in de pas lopen. Deed hij dat niet, dan kon het zijn dat hij dat met zijn leven moest bekopen. Zelf zei hij daar later dit over: “Het moet toch voor iedereen duidelijk zijn wat daar gebeurt. Het is alsof iemand je met een stok slaat en zegt: ‘het is jouw taak om vreugde te brengen’, en je staat op, kreunend, en zegt ‘het is mijn taak om vreugde te brengen!’” Desondanks kon het stuk de goedkeuring van het regime wegdragen.

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werd de creatieve vrijheid van Sjostakovitsj nog verder beperkt. De muziek moest vooral de successen van het Rode Leger onderstrepen. Echter, aan die vereiste voldeden de Achtste en Negende Symfonie onvoldoende, vond men. Waar de Achtste ondanks de vele triomfen op het front juist te treurig klonk, was de Negende juist vrolijk. Die vrolijkheid was niet gepast, aangezien het stuk vlak na de beëindiging van de Tweede Wereldoorlog afgerond werd.

Tijdens een toespraak voor de Unie van Sovjetcomponisten in 1948 bekritiseerde Sovjet-functionaris Andrei Zhdanov Sjostakovitsj, samen met collega-componisten zoals Prokofjev en Katchaturian, waarin hij hun muziek te ingewikkeld en ontoegankelijk noemde. Zijn muziek werd verboden, wat hem zowel zijn artistieke stem als zijn financiële zekerheid kostte. Sjostakovitsj moest zich publiekelijk verontschuldigen en verloor zijn functie aan het conservatorium van Moskou.

Bureaulade

Sjostakovitsj deed noodgedwongen een stap terug. Al zijn werken belandde in zijn bureaulade, omdat hij niet nog eens wilde riskeren dat men het anders zou interpreteren. Om toch in zijn levensonderhoud te voorzien, wijdde hij zich vooral aan filmmuziek, waar hij meer vrijheid genoot dan in zijn officiële composities.

Alles veranderde toen Stalin in 1953 overleed. Het betekende niet alleen dat de bureaulade eindelijk weer geopend werd, maar ook dat zijn eigen stijl – die waarin hij de traditionele compositieregels overboord gooide – weer het licht zag, ware het niet dat het nooit meer zo kenmerkend werd als zijn Tweede Symfonie. Ook opende de dood van Stalin deuren die eerder gesloten bleven. Zo bezocht Sjostakovitsj voor het eerst westerse landen als Engeland en de Verenigde Staten en kwam zo in contact met andere componisten als Benjamin Britten en Leonard Bernstein.

50 jaar geleden

Op 9 augustus 1975 overleed Sjostakovitsj aan de gevolgen van longkanker. Hij kreeg een staatsbegrafenis die door duizenden mensen werd bezocht. Nu, in 2025, is dat exact vijftig jaar geleden. Zijn muziek is echter nog steeds springlevend. Musici staan stil bij dit jubileumjaar met concerten wereldwijd. Op 22 januari brengt Muziekgebouw Eindhoven een bijzonder eerbetoon aan Sjostakovitsj, met vier grootheden uit de klassieke muziek – pianist Evgeny Kissin, violist Gidon Kremer, cellist Gautier Capuçon en altviolist Maxim Rysanov – die zijn meesterwerken tot leven brengen.

Andere feiten over Dmitri Sjostakovitsj

  • Bekendste werken: Jazzsuites voor orkest (met de Tweede Wals) Symfonie nr. 5 Lady Macbeth of MtsenskCelloconcert nr. 1 The GadflySymfonie nr. 7 “Leningrad” Pianoconcert nr. 2 Strijkkwartet nr.
  • Sjostakovitsj gebruikte graag zijn muzikale signatuur in zijn muziek: D-Es-C-H, oftewel DSCH (naar de Duitse schrijfwijze van zijn naam: ‘Dmitri Schostakowitsch). De H staat echter bij ons bekend als de B. Hij verwerkte het motief onder meer in Symfonie nr. 8 en nr. 10 en zijn Eerste Vioolconcert.
  • De Tweede Wals uit zijn Suite voor jazzorkest nr. 2 is het lijflied van André Rieu en staat het bij ieder concert op het programma. Rieu wist met zijn uitvoering zelfs de Top 40 te halen, waar hij maar liefst 28 weken lang in bleef staan.
  • Sjostakovitsj hield ervan om humor en satire te verwerken in zijn muziek en de draak te steken met de muzikale regels. Over zijn Symfonie nr. 9 zei hij zelfs dat hij dacht dat het leuker was voor musici om het te spelen dan om het stuk te horen, juist omdat het anders was dan wat men van een symfonie gewend was.

Gerelateerd concert